woensdag 16 december 2015

Is dit een grap of om te huilen?

Is dit een grap
of om te huilen
Is er iemand die haar benijdt,
wie zou er met haar willen ruilen,
dag in dag uit, waar blijft de tijd?

Toen ik net getrouwd was, met overigens een heel ander type man dan Herman van Veen bezingt in bovenstaand nummer (On ne voit pas le temps passer- waar blijft de tijd), had ik al dat uitzichtloze gevoel dat hij bezingt. Toen was ik net in de twintig en bruiste doorgaans van het leven. Nu loop ik tegen de zestig en heb een zeer heftige hypo achter de rug tijdens de toneelcursus. De daling van de suiker ging zo snel dat ik bijna buiten westen raakte, maar als in een helikopter-view precies begreep wat er gaande was. Het deed denken aan drie eerdere mij totaal buitenspel zettende hypo's die ik me nog helder kan herinneren.
1972
De eerste was in 1972 toen mijn moeder Ike de injectiespuit had laten aanbranden (ja, ja, dat waren zo'n beetje de Middeleeuwen in het land der diabeten) en moest overgaan op een ander model waarvan de indeling afweek . . . dus teveel spoot en in de modus 'uittreden' trad en bezag hoe ik alles van het aanrecht mepte en langzaam weg dreigde te zakken. Ik was net een jaar gediagnostiseerd als diabeet en onze lieve huisarts dokter Bastiaans zei: 'Nu weet je tenminste wel wat een hypo is!'
2001
Het tweede incident (in 2001) was heftiger. Ik zat in een diepe put en worstelde mijn weg naar boven. Eigenlijk zat ik niet, maar lag in bed en was geducht aan het woelen. Die put waaruit ik me probeerde te werken had met de bijbel te maken: Jozef in de put nadat zijn broers hem te grazen hadden genomen vanwege zijn opschepperij (zie ergens achteraan in Genesis). Ik kwam tergend langzaam terug tot de realiteit nadat een arts glucagon had ingespoten en op het punt stond op glucose over te gaan. Die hypo toen werd veroorzaakt door een stoppen-met-roken-middel dat als bijwerking 'nachtelijke convulsies' had. Convulsies?  Stom woord. Wie koppelt dat nu aan nachtelijke hypo's.
Ook weer overleefd.
De voorlaatste keer was in 2012 in Denemarken in het bijzijn van de kinderen. Ik had enkele maanden de insulinepomp en was druk bezig eindelijk de (*&^$@#-) bloedsuikers in het gareel te brengen. Daarmee nam ik in gewicht toe en probeerde koolhydraatarmer te eten om af te vallen. Met de kinderen lunchend was ik iets te fanatiek met het weggeven van koolhydraten en niet navenant te bolussen. Mijn zus, zwager, man en kinderen zagen tot hun ontsteltenis hoe ik ze even later in een ander etablissement steeds glaziger begon aan zat te staren en ze belden een Deense ambulance, die vroeg hoe laag mijn bloedsuiker was. Ik heb die nog gemeten, glazig en wel, want niemand van het gezelschap wist hoe dat moest. Sinds die tijd weten ze dat ze in  zulke gevallen koelbloedig 1,5 moeten zeggen tegen de hulpverleners, want dán ben ik echt bijna 'down under'. Bij 1,6 was ik ooit nog in staat in een enorme pastorie uit bed naar de koelkast beneden te hobbelen en yoghurt met suiker op de keukenvloer te nuttigen. Bloedsuiker 1,6 is dus mijn bewustzijns-bekwame ondergrens.
2015
En toen kwam 16 december 2015. Toneelcursus avond 10.
Deze keer ging het mis omdat ik de sensor al enige tijd niet kan inbrengen.
Na twee mislukte keren een paar dagen geleden liet ik de hoge kosten prevaleren boven mijn welzijn. Zo'n sensor kost 50 euro per 6 dagen, dus dan maar even 12 dagen wachten met een nieuwe poging.
Nadat ik dat gemeld had aan Belinda, mijn beste diabetes verpleegkundige, boekte ze me meteen voor aanstaande vrijdag om bij haar in de spreekkamer samen het proces te doorlopen.

Maar goed.
Ondertussen ging het dus goed mis.
Bij de evaluatie van der toneelcursus (inmiddels alweer gisteren) hadden we de gang van zaken besproken en vond iedereen dat improvisatie zeer leuk en leerzaam was, maar dat diepgang ook fijn zou zijn - misschien wat meer drama?
Nou, ik heb het ze wel op een presenteerblaadje aangedragen.
Want de wens was nog niet uitgesproken of ik ging langzaam richting ravijn qua bloedsuikergehalte. En kwam er ook niet meer uit met 5-10 dextro suikertjes.
En toen begon ik het zelf eng te vinden.
Net als voorgaande keren begon ik weer uit te treden en zag mezelf in die toneelgroep mompelend en wel. Zij bespraken diverse opties terwijl ik dacht: 'Weet je wat? Ik ga gewoon liggen, hier naast dat tafeltje. Dan komt er misschien iemand die me helpt?'
In onze groep bevindt zich iemand met een diabetische vriendin. Dat hielp enorm.
Heel liefdevol werd ik in zijn auto geholpen en reed iemand anders van de groep achter hem aan in mijn auto naar mijn flat. En tegen de tijd dat we daar waren, was ik weer goed bij en kon de auto zelf het parkeerdek oprijden en naar huis lopen.

Om er zeker van te zijn dat ik zou kunnen slapen, na ettelijke weken kramp en gebroken nachten (om de 3 tot 4 uur wakker met krampscheuten), nam ik Oxycodon, een opiaat dat ik eerder verfoeide en ben eindelijk verlost van de kramp maar lig nu al wel 5 uur wakker.
Dan ga je je afvragen wat de oorzaak is (beter niet doen, die is zeer waarschijnlijk niet te achterhalen en al zeker achterhaald). En wat had je anders kunnen doen? Wat was en is wijsheid met deze ziekte die ik aanstaande 18 januari 45 jaar heb (- zou er nog iemand komen met bloemen: de huisarts of één van het leger van hulpverleners die ik verzameld heb in de loop der tijd?)

Is dit een grap of om te huilen?
Is er iemand die mij benijdt?
Iemand die met mij zou willen ruilen?
twenty four seven? Waar blijft de tijd?

'Ik ben zo ongelukkig', zei een vrouw tegen een geestelijk verzorger van het betere soort.'Hoe kom ik daarvan af?'
'Maak soep,' zei deze, 'en breng het naar een huis dat geen verdriet kent.'
Zo deed ze.
Zo doet ze nog steeds en voelt zich stukken beter.

Moraal van het verhaal: probeer in alles een grap te ontwaren, dus relativeer en tel je zegeningen.
Maak jouw hand sterk in die van een ander.
Als je huilt: zorg ervoor dat er iemand in de buurt is om je bij te staan.
En nooit een kaarsje vergeten te branden voor mensen die altijd in de hoek zitten waar de klappen vallen.

Herman van Veen:  On ne voit pas le temps passer- waar blijft de tijd.
De link naar you tube werkt niet vanaf deze site, maar ik geef hem toch maar even.
https://www.youtube.com/watch?v=L0Lvn-5T2zc


dinsdag 15 december 2015

Let there be light

Ooit had ik een vriend die de term 'verwantschap' te pas en te onpas losliet in de conversatie. Nét iets teveel naar mijn smaak. Er zijn over verwantschap heel mooie dingen te denken, zeggen en schrijven, maar als het een stopwoord wordt, is de lol snel over.
Coherentie kwam onlangs bij mij binnen.
Is iets minder klef dan verwantschap en dat spreekt me daarom denk ik meer aan.
Ik was er vanavond weer naar op zoek.
Kwam eerst uit bij cohesie, maar daar kwam ik al snel van terug, lees maar waarom: Cohesie is de onderlinge aantrekkingskracht tussen gelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding. Wanneer de cohesieve kracht groter is dan de adhesieve kracht zal in een capillair de meniscus bol zijn en de vloeistof omlaag worden gedrukt. ...
En kijk, daar houd ik niet van: van geen chemische verbinding en dat omlaag drukken. Dat wordt al veel te veel gedaan in de wereld. Dus zo'n natuurkundig proces wantrouw ik al vanaf het begin, da capo! < en voor de rest begrijp ik er als alpha type helemaal niets van > en wens dat graag zo te houden.

Terug naar coherentie.
Ik dacht er vanavond aan terwijl we een lichtjesdiner meemaakten in het Grand café van onze flat op de begane grond, voortreffelijk gerund door de Prinsenstichting. Marinus en ik mochten gezellig mee-eten omdat we ofwel zelf lichtjes waren, dan wel zelf licht nodig hadden om door te kunnen gaan. Ervan uitgaande dat wij onder de eerste categorie vallen (anders wordt Kerst wel heel erg zielig) dan is dat toch een mooi compliment.
Mochten we ons vergist hebben en in de tweede categorie vallen, dan ... 'Ik ga daar vooralsnog niet vanuit,' sprak de blondine terwijl ze haar schouderstukken verkrampt bijeentrok.
Hoewel, wie heeft er géén licht nodig om door te kunnen gaan?
Kom maar op met dat licht, ik lust er wel pap van!

Vanavond zaten we dus tussen vele lichtjes, waarvan we velen niet kenden, omdat ze blijkbaar van buitenaf dat licht komen schijnen in en op onze nieuwe flat Heel Europa.

Eerder dit jaar heb ik geschreven over het feit dat we flink last hadden van al te enthousiaste, met name 's nachts levende bovenburen, maar dankzij ingrijpen is dat godzijdank (we kloppen het nog telkens af) grotendeels voorbij. Het heeft ertoe bijgedragen dat we vooralsnog besloten ons niet weg te laten jagen en dus te blijven in deze flat.
Het was een lastig proces.
In de omgang met anderen heb je als individu het niet alleen voor het zeggen.
Je kunt wel wat willen, maar een ander heeft ook verwachtingen.
Coherentie is nodig in een flat. Er moet gevoegd worden naar elkaar. Niet iedereen kan compleet zijn/haar eigen gang gaan, want dan wordt het een complete chaos.

Wat is er dan aan leuks te melden over coherentie.
Dit.
Als je 's morgens wakker wordt in een flat, ben je nooit alleen. Je hoort overal de start-de-dag-geluiden van mede flatbewoners. En ik beleef dat inmiddels als een vertrouwd gevoel. Coherentie betekent eigenlijk niet anders dan samenhangend. En zo werkt dat: in een flat hangen de bewoners bij wijze van spreken aan elkaar. En gaat dat in een bepaalde rust en harmonie, dan voelt het vertrouwd en prettig aan.
Tel bij de vertrouwenwekkende ochtendgeluiden de vele plezierige intermissies in de lift en je krijgt tevreden coherente flatbewoners.
Nog één keer dat woord coherentie en ik ga gillen.
Had ik toch sociologie moeten studeren?




(Ten overvloede wellicht: ontbreekt dat gevoel van waarachtige coherentie 's nachts, dan heb je een probleem MAAR kun je instanties bellen, het liefst tijdens kantooruren de eerstvolgende werkdag!)