In
mijn boek ‘Dagboek van een diabeet’ (*) schreef ik ooit een verhaal over Hans Langerhans.
Ik voerde hem op als inwoner van één van de eilanden van Langerhans, die in
1970-1971 te maken kreeg met grote problemen als gevolg van de diabetes
mellitus die in die periode zich ontwikkelde in mijn lichaam.
Ik
laat Hans Langerhans beschrijven hoe de toestand van zijn land Pancreas in de
loop van 1970 achteruit gaat door onverklaarbare factoren. De bevolking van
Pancreas raakt meer en meer verzwakt. Ik laat Hans Langerhans ‘zelf’ aan het
woord:
“Op
een gegeven moment, ik meen dat het december 1970 was, kregen we te horen dat
de noodtoestand uitgeroepen was door de regering. Gevreesd werd voor een
invasie van een vijandelijk leger. Waar vandaan en hoe wist men niet te
vertellen. We werden onder de wapenen geroepen. Dat is te zeggen: de weinigen
van ons die daartoe nog in staat waren. Ik herinner me in die tijd met mijn
vrouw in contact te zijn gekomen. Ze woonde op een ander eiland, dat ik nog
nooit had bezocht. Omdat er alom gevaar dreigde, besloten we voorlopig af te
zien van kinderen. Meer jonge paren om ons heen bleken eenzelfde mening
toegedaan.
Eind
december kwam een onderzoekscommissie van de regering er achter dat er sprake
was van een bedreiging van buiten ons stelsel. Zelfs de sterke, geïndustrialiseerde
mogendheid Lever had te kampen met enorme problemen. Men noemde het gevaar van buitenaf: “Gestalte”.
Dat het over enorm veel macht beschikte bleek wel de 18e januari van
1971 (**).
Die dag kan ik me nog als gisteren herinneren. Onze samenleving was al door het uitroepen van de noodtoestand een chaos geworden. Niemand wist waar hij aan toe was. Plotseling, omstreeks het middaguur, vond er een enorme beving plaats in de atmosfeer. Huizen stortten in. Sommige eilanden werden door een vloedgolf volledig weggevaagd. Overal huilende kinderen, vrouwen en ook mannen. Mijn medebewoners probeerden, waar nodig, hulp te bieden.
Omstreeks
zes uur in de middag vond de tweede aanval plaats. Dit keer geen beving. Onze
vijanden bleken te beschikken over chemische wapenen. Ons buurland Lever had
ons in het verleden verteld over chemische stoffen, vriendschappelijk en noodzakelijk
voor het voortbestaan. Maar deze stoffen waren allesbehalve vriendelijk. Velen
van ons heb ik dat uur zien sterven, ze leken weg te schrompelen, het was een
afschuwelijk gezicht.
Na
twee weken lang geschuild te hebben in een grot bij de baai van het eiland,
bleek dat we ons vergist hadden in de vijandigheid van deze ‘chemische wapenen’.
Ze bleken gestalten die op ons leken. Soms kwamen er veel ineens, soms iets
minder. En na verloop van tijd verdwenen ze dan ook weer. Ze noemden zich ‘insulinen’.
Vandaag
de dag mag ik mij hoogbejaard noemen. Mijn vrouw is vorig jaar overleden. Ik heb
nu alle tijd om de dingen die ons overkomen zijn te overdenken en op te
schrijven. De bevolking van Pancreas is
de laatste jaren sterk in aantal verminderd. In al die jaren sinds 1971 heb ik
ervaren aan wat voor overmacht wij blootgesteld zijn. En daar komt geen
verandering in binnen afzienbare tijd.
Een
beving als in 1971 hebben we niet meer in zo’n sterke mate meegemaakt. Wel
meerdere invasies van soortgenoten van de Insulinen, die bij ander inzien ook
niet zo vijandig bleken als wij telkens dachten.
Sinds
de komst van de Insulinen is er iets grondig veranderd in onze wereld. Dat
vernemen we van de chauffeurs van het Rode Leger. Zij vertellen over het land
Lever waar regelmatig de noodtoestand uitgeroepen wordt, en ook weer
ingetrokken, en over de streek Nier in het zuiden, waar men zo nu en dan kampt
met overstromingen.
De
jongere generatie begrijp ik niet goed. Ze zijn mij te instabiel. Vroeger
werkten de bewoners van eilandengroep Langerhans systematisch, er zat een lijn
in, er was continuïteit. Tegenwoordig lijkt iedereen maar wat te doen.
Ik
weet niet of ik mij gelukkig mag prijzen het rampjaar 1971 overleefd te hebben.
Het enige waar ik met vreugde op terug kan zien, is het huwelijk met mijn vrouw
Lina.
Hans
Langerhans, Pancreas, eiland B-16, appartement HbA1c.”
Schoolfoto genomen in 1971. Ik woog 29 kilo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten