zondag 20 oktober 2013

Beterschap


Vanaf het begin van mijn ziekmelding krijg ik vele kaarten met de boodschap: beterschap.
Het zet mij al maanden aan het denken.
Iemand beterschap toewensen is zonder meer lief bedoeld. Dat wens je iedereen toe.
Er zijn lekker moeilijke woorden voor (voor de liefhebbers): recuperatie, (re-)convalescentie, rehabilitatie.
In gewoon Nederlands is het niet anders dan: heling, herstel, genezing.
Dat houdt in: terugwinning van gezondheid of verbetering van ongezond naar gezond.
En daar gaat het mis, wat mij betreft.
Want helaas, beterschap zit er nooit meer in voor chronisch zieken.
Het zit er dus niet in voor mij.
En dat is al ruim 42 jaar zo.
Beterschap is bijvoorbeeld van toepassing op kinderziektes. Dus op kinderen die plotsklaps hoge koorts krijgen of gaan overgeven en daarna snel opknappen. Of op griep – van heel beroerd verandert dat toch zeker na twee weken naar het je weer helemaal tiptop voelen.
Maar zo werkt het niet voor mensen met een chronische aandoening.
We worden nooit meer dezelfde die we waren voor we de aandoening kregen. En velen van ons weten niet meer hoe het is gezond te zijn geweest ooit.
 
Wie chronisch ziek is heeft 24 uur een ziekte die het leven ondermijnt.
Van de buitenkant is er niets van te zien.
Maar de sluipmoordenaar van de goedbedoelde beterschap kent vele gezichten.
In mijn geval heet het: diabetes mellitus en resulteert het in (onder andere!) de volgende klachten: cheiroarthropathie, coronair lijden, hyperthensie, hypothereoïdie, micro- en macrovasculaire complicaties, neuropathie (perifeer en autonoom), paroxismaal boezemfibrilleren, tinnitus, visusklachten door retinopathie. . . . .
Als je de prijzenlijst doorneemt die verbonden is aan diabetes mellitus verbaas je je.
“En wat hebben zij gewonnen Pierre,” was vroeger een gevleugeld gezegde bij een spelletje van Willem Ruys. En dat kon allemaal niet op.
Inderdaad kan de ellende ook niet op bij chronische aandoeningen. 

Er zit dus geen beterschap in? Nee, inderdaad niet.
Is dat vervelend? Ja, voor mensen die graag een kort antwoord wensen op de vraag ‘hoe het gaat’.
Nee, voor velen ‘gaat het niet en zeker niet beter’.
Jammer voor jou, om dit bericht aan te moeten horen.
Nog meer voor mij die de consequenties daarvan tegemoet moet zien.
Het kan zijn dat een deel van mijn benen eraf moet, als de vaatklachten doorzetten. Het kan ook zijn dat ik minstens driemaal in de week aan de nierdialyse moet, omdat de microvasculaire complicatie mij die kant op duwt. Blind worden is ook een optie, al heb ik een verdomd goede oogarts.
In ieder geval voel ik me als DM-type 1 de laatste jaren steeds vermoeider en daardoor soms bedroefder, wat met een mooi woord recidief depressief heet. Gek he, dat je soms verdrietig wordt, als er geen recuperatie meer inzit.

Maar laten we eerlijk zijn wie wil er nou beter worden als-ie ouder wordt?
Je weet toch dat er maar één zekerheid is: dat we sterven?
Waarom dan zeuren als er kwalen komen?
Ooit wachtte ik in de wachtkamer van een ziekenhuis op mijn lief die behandeld werd. Er werd een man binnengereden in een rolstoel. Hij mopperde dat hij 70 jaar altijd gezond was geweest en nu de ellende moest ondergaan van  kwalen op latere leeftijd. Waarop ik mij nuchter liet ontvallen vanaf  mijn 11e nooit meer gezond te zijn geweest. Hij schrok en bood vrijwel onmiddellijk zijn welgemeende excuses aan.
  

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten